Teutoburgerwald, Externsteine +Hermannsdenkmal

De Externsteine vormen een formatie van zandstenen in het Teutoburgerwoud in Duitsland, op het grondgebied van de gemeente Horn-Bad Meinberg, nabij Detmold. De formatie bestaat uit enkele lange stenen, die abrupt uit het heuvelachtige landschap oprijzen. De stenen zijn van zandsteen en zijn ontstaan in het Krijt, ongeveer 120 miljoen jaar geleden. Ze vertonen sterke sporen van door wind, vorst en regen veroorzaakte erosie, en wel van een specifieke vorm van verwering, die in het Engels woolsack erosion en in het Duits Wollsackverwitterung[1] wordt genoemd: de stenen lijken op opeengestapelde wolbalen. De Externsteine gelden als een bezienswaardigheid in Noordrijn-Westfalen en tevens als voedingsbodem voor een raadsel. Dit komt doordat er sporen van menselijk gebruik uit de middeleeuwen, mogelijk uit de prehistorie, op zijn teruggevonden.
Behalve een natuurmonument zijn de Externsteine mogelijk van religieuze of cultureel geschiedkundige waarde. Men stelt steeds opnieuw dat de Externsteine in de steentijd de functie van cultusplaats hadden.[bron?] Er zijn afslagen en stenen punten uit circa 10.000 v.Chr. gevonden in de omgeving van de rotsen. Deze bewijzen dat er in die periode mensen bij de Externsteine hebben geleefd, maar niet dat de rotsen een cultusplaats in de steentijd waren. Doordat er geen noemenswaardige stukken zijn gevonden die wijzen op een cultische functie van de Externsteine van voor de 10de of de 11de eeuw voor Christus staat een eventuele functie van de rotsen in de steentijd niet vast.
In de 12de eeuw werd volgens een inscriptie een grot in de westelijke rots als kerk ingewijd door de bisschop van Paderborn. Links naast de ingang van die grot bevindt zich een reliëf van de kruisafname van Jezus. Dit is het oudst bewaarde stenen beeld van Duitsland.
De Externsteine staan in de belangstelling van druïden, esoterici, moderne heksen, Keltische geloofsgemeenschappen en Germaanse geloofsgemeenschappen, die er de zonnewendefeesten vieren en de Germaanse goden vereren
Het Hermannsdenkmal ("Hermannsmonument") is een monument bij Detmold, in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Het werd gebouwd in 1838-1875 naar een ontwerp van Ernst von Bandel en op 16 augustus 1875 ingewijd. Dit kolossale beeld (beeldhoogte 26,57 meter en een totale hoogte van 53,46 meter[1]) is het hoogste standbeeld in Duitsland en was het hoogste standbeeld in de westerse wereld van 1875 tot het Vrijheidsbeeld werd gebouwd in 1886. Het verwijst naar de Slag bij het Teutoburgerwoud en het verhaal van Hermann (Arminius), die gezien kan worden als een der eerste grondleggers van een verenigd Germaans rijk.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Een Romeinse stadhouder, genaamd Publius Quinctilius Varus, verbleef in augustus van het jaar 9 na Christus al enige maanden met zijn troepen in het gebied wat nu Minden heet. Hij was bevelhebber over drie legioenen, bij elkaar zo’n 15 tot 20 duizend man. Op korte termijn zouden ze terugmarcheren naar het winterkamp bij Haltern. Arminius, een leider van de Germaanse stam der Cherusken, was in dienst bij de Romeinen en daardoor goed op de hoogte van hun situatie. Varus was niet op de hoogte gesteld van het feit dat Arminius[2] al een paar maanden bezig was geweest met een grote hinderlaag.
Toen Varus en zijn mannen op de terugreis waren, ontving hij een bericht over een opstand in een afgelegen provincie in de buurt van de rivier Wezer. Hij koos er dan ook voor een andere route te nemen, en zo naar de Wezer te gaan. Maar hij wist niet dat de Germanen hier juist op hadden gehoopt. Ze hadden deze route uitgekozen omdat deze erg dichtbebost was, ingesloten door heuvels en moerassen.
Varus en zijn mannen zouden hier nooit een strijdformatie kunnen opstellen. Ze vormden een langgerekte colonne, bestaande uit soldaten, kooplieden, proviandkarren en bagage. Dit was ideaal voor de Germanen. De aanval duurde drie lange dagen. Hierbij vonden de Germanen ook nog eens steun bij het slechte weer. Op de tweede dag pleegde Varus, die geen uitzicht meer zag, zelfmoord. Aan het eind van de derde dag werden ook de laatste Romeinen verslagen door de Germaanse hoofdmacht. Deze strijd raakte eeuwenlang in vergetelheid

Пікірлер