⭐ 2e Gratis Proefexamen Geneeskunde op Zondag 23 Juni 2024 ⭐ ➡➡ Schrijf je in via slaagtat.be/gratis-proefexamen/ ✅ Een volledig examen met 80 meerkeuzevragen: zowel KIW als GC! ✅ Ontvang een uitgebreid persoonlijk rapport om jouw werkpunten te identificeren ✅ Verbetersessie waarin je al jouw vragen kan stellen aan onze lesgevers Waarom deelnemen? ⭐ Leg jezelf een deadline op ⭐ Oefen op een representatieve manier ⭐ Ontdek wat jouw werkpunten zijn ⭐ Pas jouw examenstrategie toe in praktijk ➕ Nieuw: leg het proefexamen af in dezelfde examenomgeving als het toelatingsexamen ➡➡ Schrijf je in via slaagtat.be/gratis-proefexamen/

Maakt het uit wat je gelijk stelt aan x en wat aan 1-x bij vraag 3 van chemie ?

Chemie vraag 8: Ca(OH)2 is toch slecht oplosbaar? Zijn er dan niet minder OH ionen in de oplossing vanwege zijn lage oplosbaarheid?

@manahelh.6104

Жыл бұрын

ze keken naar de OH groep in specifiek en Ca beetje apart houden bij het uitrekenen van de pOH denk ik

Waarom is de subsitutieweerstand bij vraag 5 van fysica niet 12 ohm want de stroom loopt alleen maar door die weerstand want er is kortsluiting bij de andere weerstanden? Alvast bedankt.

@SlaagTAT

Жыл бұрын

Dag Floor, kan je jouw vragen stellen op het Discord vragenforum? Daar kan ik ze beter met figuren beantwoorden. Waarom zouden er in deze oefening weerstanden kortgesloten zijn? Kan je dit proberen toelichten? Het is niet omdat er een geleider tussen twee punten staat, dat er ook een kortsluiting is. Je moet namelijk 2 parallelle paden hebben (zonder bijkomende vertakkingen), waarvan dan één pad een geleider moet zijn. In dat geval is het andere pad "kortgesloten".

VAARDIG vraag 19: In de tekst zijn GLI1 en GLI2 nooit uit elkaar gehaald en werden altijd besproken in duo, ook wanneer gesteld werd dat ze een tegengesteld effect hebben. Voor mij is het daarom niet duidelijk uit de tekst af te leiden dat de twee elkaar zouden opheffen - een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld dat met de verhoging van GLI1 zonder GLI2-verhoging slechts een deel van het effect van BCL6 wordt gecounterd, met een licht toegenomen aantal neuronen tot gevolg... Daarom koos ik voor D als juiste antwoord.. VAARDIG vraag 20: in de tekst staat geloof ik nergens aangegeven hoe BCL6-productie evolueert in de embryogenese. Er staat enkel dat het aantal precursorcellen eerst moet groeien. Optie D stelt dat BCL-6 eerst daalt, wat impliceert dat het eerder hoger moet geweest zijn. Optie B impliceert dat BCL6 voor het eerst op gang komt wanneer dat relevant wordt in de neurogenese. Voor mij zijn beide mogelijk. Is er iets wat ik mis die mij zou kunnen geholpen hebben bij het vinden van de juiste antwoorden?

Vraag 3 bio: Is het noodzakelijk om de termen ethologische soortvorming en allopatrische soortvorming te kennen? Op examens van vorige jaren heb ik deze termen niet gezien

@nightmode95

Жыл бұрын

Je moet ze kennen, niet alle termen gaan op eenzelfde examen gevraagd worden omdat er veel leerstof is.

Vraag 4: Het RER heeft een dubbelmembraan??

Vraag 6 Fysica: Hoe weet je dat er, als we naar links bewegen, meer puntjes uit het blad komen en als we naar rechts bewegen er minder puntjes uit het blad komen?

@ayeshaonbekend2916

Жыл бұрын

Als je naar links beweegt wordt je stroomkring groter. De geleidende staaf is het linker uiteinde van je stroomkring, dus het bepaalt de grootte van je stroomkring.

VRAAG 4 BIO: Een dierlijke cel heeft toch geen vacuole?

@ayeshaonbekend2916

Жыл бұрын

Ja, alleen zijn ze kleinere ipv 1 grote

Klopt het dat de persoonlijke rapporten nog niet verstuurd zijn naar iedereen?

@SlaagTAT

Жыл бұрын

Dag Manou Deze worden nu uitgestuurd. Ongeveer 20 % is uitgestuurd. Binnen dit en 2 uur zou je het normaal gezien moeten ontvangen. Met vriendelijke groeten Filip van SlaagTAT

Vraag 10 biologie: Worden dragers van de ziekte ook aangeduid? Indien nee, mogen we er dan vanuit gaan dat aangetrouwde mensen geen dragers zijn van de ziekte?