#learndutch #dutch #dutchlanguage
#nederlandsleren #learningdutch
#learndutchlanguage #dutchlanguagecourse
#amsterdam #learndutchwords
#dutchgrammar #inburgering
#learndutchonline #nederlands
#thenetherlands #dutchie #dutchwords
#languagecourse #nt #expatsinamsterdam
#dutchmemes #dutchhistory #dutchsaying
#dutchpage #leernederlands #dutchquiz
#dutchnews #dutchblogger #dutchbooks
#dutchbooks #dutchcourse
Leer dagelijks Nederlands spreken met zinnen,
NEDERLANDS LEREN,learn dutch,nederlands,juf m,learn dutch with kim,dutch speaking,speak dutch,Amsterdam,Ik leer nederlands,engels,engels leren,learn english,learn dutch NT2,juf m les 1,nederlands A1,dutch lesson a1,nederland,belgium,NEDERLANDS LEREN,learn dutch,nederlands,juf m,learn dutch with kim,dutch speaking,speak dutch,Amsterdam,Ik leer nederlands,engels,engels leren,learn english,learn dutch NT2,juf m les 1,nederlands A1,dutch lesson a1,nederland,belgium,dutch language,useful dutch phrases,dutch words,dutch,dutchies to be,dutch learning,dutchtuber,dutch lesson,dutch lessons,dutch phrases,learn dutch with bart de pau,learn dutch with niels,nt2 juf m,nederlands A2,
1. Goedemorgen! (Good morning!)
2. Hoe gaat het met je? (How are you?)
3. Ik ga naar mijn werk. (I'm going to work.)
4. Wat is het weer vandaag? (What's the weather like today?)
5. Ik heb honger. (I'm hungry.)
6. Het is tijd voor lunch. (It's time for lunch.)
7. Ik moet boodschappen doen. (I need to do groceries.)
8. Wat zijn je plannen voor vanavond? (What are your plans for tonight?)
9. Ik moet de was doen. (I need to do the laundry.)
10. Ik ga sporten na het werk. (I'm going to exercise after work.)
11. Het is tijd om te ontspannen. (It's time to relax.)
12. Ik heb een afspraak bij de dokter. (I have a doctor's appointment.)
13. Wat wil je eten vanavond? (What do you want to eat tonight?)
14. Ik moet de vaatwasser uitruimen. (I need to empty the dishwasher.)
15. Ik ga vroeg naar bed vanavond. (I'm going to bed early tonight.)
16. Heb je mijn sleutels gezien? (Have you seen my keys?)
17. Ik ga een film kijken. (I'm going to watch a movie.)
18. Het is tijd om te werken. (It's time to work.)
19. Wat is je favoriete hobby? (What's your favorite hobby?)
20. Ik heb een nieuw boek gekocht. (I bought a new book.)
21. Ik moet de vuilnis buiten zetten. (I need to take out the trash.)
22. Het is tijd om te koken. (It's time to cook.)
23. Ik ga een wandeling maken. (I'm going for a walk.)
24. Wat is je favoriete muziekgenre? (What's your favorite music genre?)
25. Ik moet mijn kamer opruimen. (I need to clean my room.)